Schakel kwam er snel achter wat het grote probleem is: er zijn gadgets genoeg, maar die werken vaak niet goed samen. Of ze zijn gebruiksonvriendelijk. Het gevolg is dat veel informatie nog altijd op traditionele wijze wordt overgebracht; mondeling, als de rangers elkaar ’s avonds bij het eten treffen. Of via opschrijfboekjes, die pas na drie maanden door iemand in de computer worden ingevoerd. De stroper is dan al lang en breed gevlogen.
Een deel van de oplossing is volgens Schakel de app van Sensing Clues. Schakel, die inmiddels nog maar de helft van de tijd bij de politie werkt en de helft van zijn inkomsten heeft ingeleverd, laat de app zien. Eenvoud staat voorop; de ranger kan zijn rapportages doen via een aantal icoontjes. Zo kan hij aangeven dat hij resten van een vuur heeft gevonden, of een strik of bandenspoor. ‘Rangers weten vaak niet of iets van belang is of niet. Logisch ook; pas in combinatie met andere sporen kan de grote lijn duidelijk worden.’
Schakel noemt als voorbeeld de vondst van een kapot kapmes door ranger 1 en een paar dagen later in hetzelfde gebied batterijen van een zaklantaarn door ranger 2. ‘De combinatie van zaklamp met kapmes kan duiden op het stropen van giraffen’, weet Schakel. ‘De ene stroper verblindt de giraffe met een krachtige lichtbundel en maakt lawaai met een ratel, waarop het dier in verwarring blijft staan. Zijn collega benadert de giraffe van achter en hakt de achillespezen door, waarop het beest ter aarde stort.’ Het vlees van de – beschermde – giraffe wordt vervolgens op de markt verkocht als ‘bush meat’, goedkoper dan koeien- of geitenvlees.
Vele uren mankracht
‘Alles begint met de waarnemingen. Die kunnen van parkwachters zijn, maar ook van andere mensen die je vertrouwt, zoals boeren, gidsen of toeristen.’ Een ander belangrijk onderdeel is het data- en analyseplatform. Hier komen alle gegevens binnen. Schakel had dit nooit kunnen ontwikkelen zonder de hulp van allerlei partijen die hij vanuit zijn politiewerk al kende. Consultants, juristen, datawetenschappers, vormgevers en programmeurs hebben allen belangeloos hun steentje bijgedragen. Door software zonder licentiekosten beschikbaar te stellen, maar ook via vele uren mankracht. Het resultaat is een systeem dat iedereen snapt. De ranger ziet één duidelijke kaart waarop alle informatie kan worden getoond. Dit alles met als doel meteen actie te kunnen ondernemen.
Verder zijn ook sensoren hard nodig, want mankracht alleen is nooit voldoende. In de Rukinga Wildlife Corridor in Kenia werken bijvoorbeeld zo’n 120 rangers (in groepen van 8) op een gebied van 220 duizend hectare. Dat is maar iets minder dan de provincie Noord-Holland. Op strategische plekken kunnen sensoren worden achtergelaten. Daar komt veel bij kijken, want ze moeten via zonnepanelen (of eventueel een batterij) aan energie komen, maar mogen tegelijk niet opvallen.